Dierenkliniek ‘t Gooi
Vlooien bij hond en kat
Bij onze huisdieren zijn vlooien een veel voorkomend probleem. Een vlooieninfectie is voor een dier erg vervelend. Vlooien irriteren door over de huid te lopen en te bijten; ze zuigen bloed. Indien uw dier regelmatig door vlooien gebeten wordt, is de kans groot dat er mogelijk een vlooienallergie ontstaat.
Herkennen van vlooien
Een vlooienprobleem is te herkennen aan bijvoorbeeld:
- Jeuk; met name op de rug bij de staartbasis, in de liezen en aan de buik. Bij een vlooienallergie kan er zelfs sprake zijn van kale plekken.
- Huidontsteking; korstjes, wondjes, puistjes en roos.
- Aanwezigheid van zwarte / bruine vlooienuitwerpselen op uw hond of kat.
Vlooien en risico’s
Vlooien kunnen virussen, bacteriën en sommige andere micro-organismen overbrengen. Vlooien kunnen een rol spelen in de overdracht van de lintworm. Als uw huisdier vlooien heeft, is het daarom raadzaam om tevens te behandelen tegen wormen. Vlooien worden door regelmatig te bijten de oorzaak van een vlooienallergie, waarbij vervolgens één vlooienbeet voldoende is om maandenlang heftige jeuk, korstjes en kaalheid te hebben.
Bij warm vochtig weer kunnen vlooien zich explosief vermenigvuldigen, zodat een enorme plaag kan ontstaan. Dit zien we vaak als u even van huis bent geweest en terug komt van vakantie.
Teken bij hond en kat
Teken behoren tot de spinachtigen. De bij het huisdier en mens voorkomende teken zien eruit als een klein leren zakje, met aan de voorkant een nauwelijks zichtbare kop.
Teken klimmen in gras of struiken en hechten zich vast tot een geschikt dier (gastheer) voorbijkomt. Ze kunnen maanden tot jaren overleven buiten de gastheer en zijn voornamelijk actief in vochtige klimaat- omstandigheden (voorjaar en herfst).
Teken en risico’s
Teken geven problemen bij hond en kat doordat de wondjes in de huid kunnen ontsteken. Indirect kunnen teken gevaar opleveren, omdat ze ziektes kunnen overbrengen. Het is daarom erg belangrijk om uw huisdier regelmatig op teken te controleren en ze preventief te behandelen.
Het komt regelmatig voor dat honden en katten besmet worden met wormen. Volwassen dieren, gezond of niet, kunnen altijd een wormbesmetting hebben. Jonge dieren worden zelfs met een wormbesmetting geboren.
Wormen en risico’s
Sommige wormen kunnen van dier op mens overgaan en veroorzaken een zogenaamde zoönose.
Pups en kittens die niet ontwormd worden, kunnen door wormbesmetting ernstige achterstand in groei krijgen. Deze achterstand zorgt voor blijvende schade waardoor de ontwikkeling achter blijft.
Worminfecties verlagen de weerstand en zodoende krijgen andere ziekten meer kans. Het dier loopt het risico dat voedingstoffen onvoldoende worden opgenomen en dat de respons op bijvoorbeeld vaccinaties minder goed wordt.
Het Ministerie van Volksgezondheid adviseert een frequente ontworming van huisdieren. Door uw huisdier minimaal 4x per jaar te ontwormen, zorgt u ervoor dat de kans op besmetting van mensen in uw omgeving verkleind wordt.