Urineonderzoek wordt bij dieren vaak uitgevoerd, in veel gevallen gecombineerd met bloedonderzoek. Urine is meestal gemakkelijk door de eigenaar zelf op te vangen en omdat het een soort verzamelvat is van afbraakproducten uit allerlei processen in het lichaam, kan het veel waardevolle informatie opleveren.
Bij een urineonderzoek wordt gekeken naar de concentratie van stoffen die opgelost zitten in de urine (zoals bijv. suiker) en onder de microscoop wordt gekeken naar de aanwezigheid van bloedcellen en kristallen. Dit laatste is vooral bij katten belangrijk om regelmatig te controleren, maar ook zien wij steeds vaker honden met problemen van blaasgruis en blaasstenen.
Voor een betrouwbaar urineonderzoek is meestal verse ochtendurine nodig. Deze kan worden afgegeven aan de balie en nog dezelfde dag bellen wij u dan met de uitslag.

Bij aanhoudende darmproblemen kan uw dierenarts voorstellen om een ontlastingsonderzoek te doen. Hiervoor is vaak van 1 of meerdere dagen wat ontlasting nodig om te screenen op de aanwezigheid van bepaalde parasieten. U krijgt hiervoor spulletjes mee om dit thuis te verzamelen, waarna u de benodigde monsters kunt afgeven aan de balie. Sommige ontlastingsonderzoeken worden in huis door ons uitgevoerd en daarvan krijgt u dezelfde dag nog de uitslag.
Voor de meeste onderzoeken (bijv. verteringsonderzoek) moet de ontlasting worden opgestuurd naar het laboratorium. Zodra wij dan de uitslag binnen krijgen, wordt u daarover gebeld.

Echografie is bij mensen vooral bekend van het onderzoek bij zwangere vrouwen. Maar het heeft veel meer mogelijkheden dan dat en wordt daarom bij dieren veel gebruikt. Door middel van geluidsgolven kan er heel gedetailleerd beeld gemaakt worden van de interne organen. Dit onderzoek is heel veilig, het is niet pijnlijk en het kan bijna altijd bij wakkere dieren worden uitgevoerd. Vaak mag de eigenaar hier ook gewoon bij aanwezig zijn.

De echografie wordt bij Dierenkliniek ’t Gooi het meest gebruikt om te kijken of een dier drachtig is. Daarnaast kan echografie worden gebruiken om te kijken naar organen in de buikholte. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de blaas, nieren, lever en darmen, maar ook hele kleine organen, zoals de bijnieren of lymfeknopen kunnen in beeld gebracht worden.
Heeft uw dier buikklachten of komen er uit andere onderzoeken aanwijzingen dat er mogelijk iets mis is met een van deze organen, dan zal de dierenarts voorstellen om een buikecho te maken. De grootte, vorm en structuur van de organen leveren veel informatie op en soms kunnen er biopten genomen worden om tot een goede diagnose te komen.